Leerdoelen

 

Leerdoelen kleine toets:

 

Je kent de betekenis van de begrippen;

Naast de definitie (zie begrippen), kun je ook voorbeelden van het begrip benoemen en het begrip gebruiken in een geografisch vraagstuk. Maak onderscheidt tussen begrippen die bij de economische, demografische en cultureel/politieke bril horen. 

 

Je kunt met behulp van de atlas statistische gegevens opzoeken;

Vanaf bladzijde 252 van de Bosatlas kun je statistische gegevens opzoeken in de statistiek. Staat het gegeven er niet bij, zoek dan in het trefwoordenregister (vanaf bladzijde 300) naar het juiste thematische kaartje waar je de statistische gegevens kunt aflezen.

 

Je kunt beschrijven welke revoluties verantwoordelijk zijn voor de opkomst van de sectoren binnen de beroepsbevolking;

De landbouw is ontstaan na de landbouwrevolutie, industrie na de industriële revolutie

 

Je kunt met behulp van economische kenmerken bepalen of een land behoort tot het centrum, de periferie of de semiperiferie.

Aan de hand van het BNP per hoofd kun je landen met elkaar vergelijken (zie statistiek Bosatlas), beter is om naar meer aspecten van ontwikkeling te kijken zoals de VN-welzijnsindex. Aan de verdeling van de beroepsbevolking valt ook de positie in de wereldorde (centrum-periferiemodel) af te lezen. centrumlanden kenmerken zich door een hoog percentage in de dienstensector, periferielanden hebben een oververtegenwoordiging in de landbouw.

 

Je kunt aan de hand van gegevens een cirkeldiagram maken;

Zie video.

 

Je kunt met behulp van de atlas demografische gegevens van een land opzoeken;

Zie opzoeken statistische gegevens. Let op! Je moet bij het opzoeken van statistische gegevens wel onderscheidt kunnen maken tussen demografische en bijvoorbeeld economische gegevens.

 

Je kunt de bevolkingsdichtheid, geboorte/sterfteoverschot en het migratiesaldo van een land berekenen;

Door het aantal vierkante kilometers van een land te delen door het aantal inwoners kun je de bevolkingsdichtheid van een land berekenen. Het sterfteoverschot is het sterftecijfer min het geboortecijfer, een geboorteoverschot het geboortecijfer min het sterftecijfer, beide cijfers kunnen niet negatief zijn in tegenstelling tot het migratiesaldo. het migratiesaldo bereken je door het aantal inwoners wat het land verlaat (emigranten) af te trekken van het aantal dat je land binnenkomt (immigranten).

 

Je kunt de push- en pullfactoren van migratie benoemen.

Factoren (omstandigheden) die er voor zorgen dat je ergens weg wil (denk aan oorlog, gebrek aan werk, etc) noem je pushfactoren. Veiligheid, aanwezigheid van werk of een aantrekkelijk klimaat zijn pullfactoren. Migranten worden zowel door push- en pullfactoren gedreven.

 

Je kunt de ligging van de verschillende cultuurgebieden op een wereldkaart aanwijzen;

Zie kaart.

 

je kunt de relatie beschrijven tussen cultuurelementen (taal, godsdienst, gewoontes) en de economische ontwikkeling enerzijds en de koloniale geschiedenis anderzijds.

Periferielanden zijn vaak een kolonie geweest. Centrumlanden hadden juist kolonies. Uitzondering zijn vestigingskolonies als Canada en Nieuw Zeeland, daar zijn de Europeanen (of afstammelingen daarvan) in de meerderheid. Ze hebben zich daar gevestigd. Vaak hebben kolonies de taal en de godsdienst van hun kolonisator (gedwongen) overgenomen. Voormalige kolonies zijn vaak economisch afhankelijk van centrumlanden. Het ontbreekt ze aan kennis en kapitaal om hun exportproducten (lees grondstoffen) hoogwaardig (lees eindproducten) te maken.