Globalisering

Voordat een product in de winkel ligt, is het al de hele wereld rond geweest. Grote kans dat de kleding die je nu aan hebt meer kilometers heeft gereisd dan jij ooit zult reizen.
Dit was vroeger heel anders. Een eeuw geleden kwam het grootste deel van al onze benodigdheden, zoals  schoenen, kleding, apparaten, voedselproducten, uit Nederland.
Halverwege de 20e eeuw importeren we meer en meer vanuit het buitenland. Het is een gevolg van globalisering. In deze opdracht ga je kijken naar de oorzaken en gevolgen van globalisering.

Opdracht A (deze opdracht doe je in duo's)

10 minuten
Van de expert krijg je een aantal gekleurde A4'tjes

• Bepaal van elkaar waar je kledingstukken (t-shirt, broek, schoenen,etc.) vandaan komen. Schrijf dat in je schrift.

• Knip een symbool (zie voorbeeld hiernaast) van je kledingstuk uit en prik deze met een punaise op de wereldkaart.

• Kijk naar de wereldkaart. wat valt je op? Geef hier voor een verklaring.

VWO

• Stel je voor je gaat terug in de tijd. Waar zouden de kledingstukken dan zijn gemaakt?

Opdracht B

Lees de onderstaande tekst aandachtig (maak aantekeningen door de schuingedrukte woorden over te nemen en de definitie er achter te plaatsen)

Verschuiving van economisch zwaartepunt (global shift)
Door grote technologische ontwikkeling in het transport en de communicatie is het steeds makkelijker geworden om producten snel, goedkoop en van ver weg te importeren. Dit proces heet globalisering.
Bedrijven kunnen zich dus eenvoudig ergens vestigen waar het maken van winst zo optimaal mogelijk is. Deze internationale bedrijven noemen we ook wel multinationale ondernemingen (MNO), of kortweg multinational. Bedrijven die internationaal worden noem je internationalisering.
Dit zorgt ervoor dat een product een grote weg af legt voordat hij in de winkel ligt. Bekijk maar eens de kaart van de productieweg van een spijkerbroek.

Elk onderdeel van het maken van een spijkerbroek vindt plaats op de plek waar de meeste winst gemaakt wordt. Bijvoorbeeld de plek waar de prijs van de grondstof het goedkoopst is, of de plek waar de arbeiders voor het naaien van de broek het goedkoopst zijn, zoals de lagelonenlanden. Deze factoren om ergens te vestigen worden vestigingsplaatsfactoren genoemd.
Door globalisering wordt op een kaart duidelijk dat er een verschuiving plaats vindt. Steeds meer onderdelen van bedrijven verhuizen van de Westerse Wereld naar de Aziatische landen. Het economisch zwaartepunt verhuist ook mee. Deze verschuiving wordt global shift genoemd.
Globalisering wordt nog eens versterkt door de vrijhandel op de wereld. De wereldhandelsorganisatie (WTO) streeft ernaar om zoveel mogelijk handelsbelemmeringen op te heffen zodat alle landen even makkelijk (en even eerlijk: fair trade) deel kunnen nemen aan de wereldhandel. Dat dit nog niet het geval is blijkt bijvoorbeeld uit de importheffingen van de EU.