Wereldbeeld: demografie les 2

Opdracht D

20 minuten

Om de gegevens die je hebt opgezocht overzichtelijk te maken voor je medeleerlingen gaan we de data visualiseren

1. Je krijgt van de expert een format van je land. Je krijgt er maar 1: zorg dat je netjes werkt!

2. Heeft jouw land een geboorteoverschot, kleur je land groen. Wanneer het land een sterfteoverschot heeft, kleur het dan rood

3. Wanneer je land een vestigingsoverschot heeft, geef dit aan met een grote plus (+) in jouw land. Doe dit met een min (–) wanneer jouw land een vertrekoverschot heeft. Geef ook aan om hoeveel inwoners het hier betreft.

4. Arceer in je land de bevolkingsspreiding: geef aan waar de meeste mensen wonen.

5. Laat je A3 zien aan de expert en bevestig het aan de muur.

6. Maak hier een foto van (eerst vragen aan docent) en bespreek de resultaten. Zal jouw land qua inwonersaantal groeien of dalen? Waarom denk je dat die het geval is?

Opdracht E

25 minuten

Deze opdracht maak je in een drietal. De groep waar je mee samenwerkt heeft een rijk land (centrum), een arm land (periferie) en een land dat daar tussen in zit (semi-periferie).

• Vergelijk de landen op de volgende gegevens. Maak een tabel in je schrift:

  Geboorte of sterfte overschot

  Vruchtbaarheidscijfers

  migratiesaldo

  bevolkingsspreiding

• Schrijf nu een korte rapportage over je vergelijking voor de Verenigde Naties. Welke overeenkomsten heb je gevonden? Welke verschillen heb je gevonden? Je rapport is ongeveer 200 woorden lang.