top of page

Landschappen

Begrippen:

(HAVO leert ook de

begrippen van VMBO-T, 

VWO van zowel VMBO-T als HAVO)

 

VMBO-T;

Landijs

Stuwwallen

Smeltwaterdalen

Zwerfstenen

Waddenzee

Veen

 

HAVO;
Stroomgebieden

 

VWO;
Saale-ijstijd

Dekzand

Infiltreren

Mergel

Vuursteen

Löss

 

Video: Hoe zag Nederland er uit in de ijstijd?

Video: Ontstaan stuwwallengebied

IJstong

Nederland in de ijstijd

Waddengebied

Veenmoeras

Ontstaan van het Nederlands landschap

In de vorige lessen heb je geleerd hoe een gebergte is ontstaan en hoe het gebergte wordt afgebroken door verwering en erosie. Bij sedimentatie wordt het gesteente ergens neergelegd. Deze processen hebben invloed op hoe het landschap eruit ziet.

 

Als je aan Nederland denkt, denk je waarschijnlijk dat het alleen maar bestaat uit vlakke weilanden. Dit is niet waar! In deze les ga je ontdekken hoe het Nederlandse landschap is ontstaan. 

Het tegenwoordige Nederlandse landschap is grotendeels gevormd in de laatste 150.000 jaar. Vergeleken met de Ardennen of de Alpen is dit aardrijkskundig gezien heel kort geleden. We onderscheiden in het ontstaan van het Nederlands landschap twee belangrijke perioden: de ijstijd (het Pleistoceen) en een warme periode (het Holoceen). 

 

Wat ga je leren?

VMBO-T

  1. Het tegenwoordige Nederlandse landschap is grotendeels gevormd in de laatste 150.000 jaar: de laatste twee ijstijden. Hoe zag Nederland er toen uit? Uit welke ondergrond bestond Nederland? Welke grondsoorten komen er nu in Nederland voor?

  2.  Wat heeft het landijs met het landschap van Nederland gedaan? Waaraan kan je herkennen dat er in Nederland een ijstijd is geweest? Waarom zijn stuwwallen en zwerfstenen een bewijs van de ijstijd? Waar in Nederland komen stuwwallen voor?

  3. Hoe kun je op een kaart van Nederland, hoog en laag Nederland herkennen? 

HAVO/VWO

(HAVO beantwoord ook de leervragen van VMBO-T, VWO van zowel VMBO-T als HAVO).

  1. Wat zijn de verschillen tussen Hoog en Laag Nederland?

  2. Waar in Nederland komen stuwwallen voor?

  3. Hoe zijn de stuwwallen ontstaan?

  4. Welke invloed heeft klimaatsverandering op het Nederlands landschap gehad?

Zoals je weet wordt het verweringsmateriaal door erosie verplaatst door wind, water en ijs. Nederland heeft heel veel rivieren, waardoor ook de rivieren veel zand en klei hebben gesedimenteerd. 

 

 

Opdracht PowerPoint

 

Wat ga je doen?

  • We bekijken samen de video: hoe zag Nederland er uit in de ijstijd?

  • Beantwoord de vragen op het formulier. 

 

Opdracht A

 

Wat ga je doen?

  • Bekijk de video: ontstaan stuwwallen

  • Beantwoord de vragen

  1. Waar in Nederland vinden we een landschap met heuvelruggen?

  2. Wanneer zijn stuwwallen ontstaan?

  3. Nederland was niet geheel bedolven onder het ijs. Tot waar zijn de gletsjers gekomen?

  4. Wat kun je zeggen over de zeespiegel tijdens de ijstijd?

  5. Wat bleef er, naast de stuwwallen, nog meer in het landschap achter? Denk aan verwering!

  6. Hoe noem je een dal waar ooit een ijstong (gletsjer) lag?

  7. Hoe hoog kunnen stuwwallen worden?

  8. Hoe kun je aan de grondlagen zien dat de stuwwal met grote kracht in elkaar is geperst? 

  9. Bekijk de afbeelding 'IJstong'. In de stuwwallen zijn smeltwaterdalen gevormd. Leg uit hoe deze zijn ontstaan. Gebruik de woorden: erosie, smeltwater, dal en stuwwal

 

Opdracht in map

 

Wat heb je nodig? 

  • Formulier met aantal kaartjes van Nederland 

  • Kleurpotloden 

  • Grote Bosatlas (groene kaft) blz 30 kaart A3

Wat ga je doen? 

  1. Kleur op het eerste kaartje tot waar het ijs is gekomen lichtblauw en kleur de stuwwallen die door het ijs zijn gevormd oranje (tip: gebruik GB30A3).

  2. Waar bestond de ondergrond van Nederland uit? Kleur dat lichtgeel op je    

     kaartje.

   3. Schrijf boven het kaartje ijstijd (of Saale-ijstijd) 150.000 jaar geleden kleur

    de legenda (schrijf de betekenis van de kleur erachter).

Zo'n 12.000 jaar geleden (begin van het Holoceen) werd het warmer in Nederland. In die periode leven we nog steeds. Het belangrijkste gevolg voor de vorming van het Nederlands landschap was dat de zeespiegel begon te stijgen. In die tijd zag Nederland er uit zoals de Waddenzee nu. De 'eilanden' bestonden uit duinen. Achter deze eilanden lag een waddengebied (zie afbeelding). In een waddenzee wordt zeeklei afgezet, grote delen van Nederland werden bij vloed namelijk overstroomd.

 

4. Kleur op het tweede kaartje de duinen geel en de zeeklei blauw.

5. Schrijf boven het kaartje 5000 jaar geleden en kleur de legenda.

Soms groeide er een aantal waddeneilanden aan elkaar. Er ontstond een gesloten duinenrij, zoals nu tussen Rotterdam en Den Helder. Achter deze duinenrij ontstonden moerassen. Zo ontstonden pakketten veen. Ook veen is een sediment, afgezet door planten (bekijk de video).

 

HAVO/VWO

Veen ontstond niet alleen in laag-Nederland. Gletsjers hadden in hoog-Nederland ook keileem afgezet. In deze leemlagen kon het regenwater slecht infiltreren, er kwamen ook moerassen en er werd ook veen afgezet: hoogveen noem je dat. (bekijk de video)

 

6. Kleur op het derde kaartje de veenpakketten paars.

7. Schrijf boven het kaartje 2500 jaar geleden en kleur de legenda.

Nu is Nederland goed beschermd tegen de zee, maar vroeger kwamen overstromingen veel vaker voor. Soms brak een duinenrij door en werd bovenop het veen weer zeeklei afgezet. De rivieren waren vroeger ook niet bedijkt en konden grote stukken van het land laten overstromen. Op die manier werd ook klei afgezet. Dat noem je geen zeeklei, maar rivierklei.

 

8. Kleur de afzettingen rivierklei groen in op kaartje nummer vier. 

9. Schrijf boven het kaartje 'nu' en kleur de legenda.

 

 

Opdracht B

 

Wat ga je doen?

  • Bekijk de Basis Bosatlas blz 20

  1. Schrijf de volgende steden onder elkaar in je schrift 

    • Den Haag

    • Apeldoorn

    • Heerlen

    • Gouda

    • Hoorn

    • Emmen

    • 's Hertogenbosch

    • Middelburg

    • Roermond

    • Amsterdam​​​

  2. Schrijf achter elke stad in welk landschap het ligt.

  3. Welke van de bovenstaande landschappen zijn al in de ijstijd gevormd?

 

Opdracht C (VWO)

 

Wat ga je doen?

  • Bekijk de Grote Bosatlas blz 31(groene kaft)

  • Beantwoord de vragen

  1. Tijdens de ijstijd (het Pleistoceen) groeide er niets in Nederland. Welke vorm van erosie speelde toen een grote rol denk je?

  2. Welk sediment is toen in Nederland afgezet? 

  3. Hoe noemen we dit sediment?

  4. In Zuid-Limburg werd tussen de heuvels fijn zand gesedimenteerd. Hoe noemen we dit fijne zand? Geef dit met bruin aan op de kaart

  5. In Zuid-Limburg komen er zelfs afzettingen aan het oppervlak die ouder zijn dan het pleistoceen. Welke zijn dat?

 

Klaar?

Wat goed! Je hebt de opdrachten van les 1 af.

Zorg dat je de opdracht in je map bewaard.  Je krijgt hiervoor een punt

Heb je antwoord kunnen geven op de leervragen? 

Ja: Schrijf de leervragen op en geef in eigen woorden antwoord op de leervragen.

Nee: Schrijf de leervragen die je nog niet begrijpt op en geef deze aan de docent. Hier krijg je volgende les extra uitleg over!

Huiswerk

Heb je de opdrachten van les 1 nog niet af? Maak deze thuis af. Neem je snelhechter volgende les weer mee, zodat jij aan de docent kunt laten zien dat je de opdrachten hebt afgemaakt. Je krijgt hiervoor nog 0,5 punt. 

Inhoud

Weekschema

Introductie

Opbouw van gebergte

Les 1

Les 2

Verwering

Les 1

Les 2

Erosie

Les 1

Les 2

Sedimentatie

Les 1

Nederlandse landschap

Les 1

Les 2

Toetsen:

Eindtoets

 

Begrippenlijst

bottom of page