Wat is arm wat is rijk?

 

Leervragen:

• Wat is de betekenis van de begrippen?

• Hoe zoek je in de atlas statistische gegevens op?

• Wat zeggen het BNP per hoofd, de HDI en de verdeling van de beroepsbevolking over hoe rijk of hoe arm een land is?

 

Misschien ben je ooit wel eens in een ontwikkelingsland geweest. Direct zal je een aantal verschillen met Nederland zien. Andere geuren, indrukken en geluiden en mensen op bloten voeten, die slapen op een stuk karton en eten zoeken tussen het afval. Armoede is dan heel duidelijk zichtbaar. Het lijken wel twee verschillende werelden.

 

Bij aardrijkskunde leer je landen te vergelijken aan de hand van hun kenmerken. In de atlas kun je die kenmerken opzoeken. Door een waarde aan een kenmerk te koppelen (bijvoorbeeld euro's of percentages), kun je landen met elkaar vergelijken. In de statistiek van de atlas, maar ook op veel thematische kaarten zijn die ontwikkelingskenmerken terug te vinden.

 

Deze les zetten we de economische bril op en gaan we landen vergelijken naar hun economische kenmerken. Dat doen we met behulp van het BNP per hoofd en de Human Development index, maar er zijn meer manieren om de welvaart van een land te meten.

 

Opdracht A

10 minuten

Je krijgt van je docent een kaartje met de contouren van een land. Zoek met behulp van de atlas welk land je gekregen hebt. Binnen je LWT mag je van land ruilen, je mag echter niet ruilen met andere LWT's

 

Opdracht B

10 minuten

De meetinstrumenten BNP per hoofd en de HDI-index meten beiden de economische positie van een land

1. Zoek uit wat het BNP per inwoner en de HDI-index inhouden.

2. Waarom is de HDI index een beter instrument dan het BNP per inwoner denk je? Leg dat uit.

3. Zoek het BNP per inwoner op van je land in de atlas (statistiek Europa GB282-283, de Wereld GB284-285) en noteer dit (schrijf er ook achter euro per jaar).

4. Zoek van je land de HDI-index op (internet) op en noteer dit.

5. Vergelijk jouw gegevens met die van Nederland. Wat valt je op? Zijn de getallen hoger, lager of een beetje hetzelfde.

 

Opdracht C

10 minuten

De beroepsbevolking van een land is verdeelt in sectoren. Deze sectoren geven aan waar de economie in een land op gebaseerd is. Ook geef het inzicht in de

ontwikkeling van een land. We onderscheiden drie verschillende sectoren.

1. Zoek op wat primaire, secundaire en tertiaire sector betekent.

2. Wat verstaan we onder de quartaire sector?

3. Zoek in de atlas welk percentage van de bevolking werkzaam is in de primaie, secundaire en tertiaire sector (statistiek)

4. De opkomst van sectoren in een land gaan samen met drie ingrijpende veranderingen oftewel revoluties. Zo heeft de opkomst van de dienstenmaatschappij voor de verandering in de economie van de secundaire sector naar een tertiaire sector.

Noem een revolutie die voor de opkomst van de primaire sector heeft gezorgd

en noem een revolutie die voor de komst van de secundaire sector heeft gezorgd.

 

Opdracht D (verdieping)

10 minuten

Handel is een belangrijke economische activiteit. Door globalisering

is het mogelijk om handel te drijven over de hele wereld. Aan de handelsbalans (dat wat een land aan waarde importeert en exporteert) valt vaak af te lezen welke positie een land economisch inneemt.

1. Welke grondstoffen bezit jullie land? Gebruik hiervoor de atlas.

2. Zoek op of jullie land voornamelijk producten importeert of exporteert. Gebruik hiervoor de atlas en noteer het kaartnummer. Zoek eventueel met behulp van internet.

3. Zoek uit vanuit welke landen of werelddelen jullie land voornamelijk 

importeert.

4. Zoek uit naar welke landen of werelddelen jullie land voornamelijk exporteert.