Introductie vak aardrijkskunde

 

Leervragen:

• Wat is aardrijkskunde?

• Hoe werken we bij aardrijkskunde?

• Wat gaan we dit schooljaar doen?

 

Wat is aardrijkskunde?

Aardrijkskunde (of geografie, dat is hetzelfde) bestudeert en verklaart de opbouw of inrichting van een ruimte (ruimtelijke structuur) en de veranderingen die daar in plaats vinden (ruimtelijke processen). Dat klinkt heel ingewikkeld, maar dat is het niet. Je stelt als aardrijkskundige de vraag: waar? Op het moment dat je ergens een kaartje van kan maken is het aardrijkskunde. Vervolgens ga je op zoek naar een verklaring: waarom is dat daar? 

​

Klassengesprek:

Op de basisschool heb je als het goed is ook (een vorm) van aardrijkskunde gehad. Nu je weet wat aardrijkskunde is, lukt het misschien een aantal aardrijkskundige onderwerpen te noemen.

​

Opdracht A

Schrijf in je eigen woorden in je schrift wat aardrijkskunde is.

​

Hoe werken we bij het vak aardrijkskunde?​

Tijdens de lessen van aardrijkskunde werk je over het algemeen zelfstandig in een groepje. Dat klinkt een beetje gek. Je werkt zelfstandig aan de je eigen opdracht, maar hebt wel de bevindingen of opbrengsten nodig van je groepsleden. Jij bent bijvoorbeeld expert van het ene land, je groepsgenoot van een ander land. Een groepje noem je bij aardrijkskunde een leer-werk-team, afgekort een LWT.​​

​

We gebruiken twee boeken bij de lessen aardrijkskunde. beide boeken gebruik je alleen op school.

​

• De grote Bosatlas (55e druk).

  • Daar in kun je opzoeken waar een plaats of gebied ligt, maar ook allerlei informatie vinden over heel veel verschillende onderwerpen.

• Het Geo Basisboek:

  • Daar in kun je de leerstof vinden die we ook in de klas behandelen. Handig als je antwoord moet geven op vragen of om de betekenis van begrippen op te zoeken.

​

Naast de boeken is er een aardrijkskunde-website van de docent. Hier kun je alle informatie terug vinden die je in de les hebt gekregen. De weekplanner, de leerstof, de opdrachten, de begrippen, hoe je wordt beoordeeld, je vindt het allemaal terug op de website. De link naar de website-pagina's staan in de studiewijzer van Magister.​​

 

Wat heb je in de les nodig?

Naast een goed gevulde etui (met pen, (kleur)potloden, gum, lijm en schaar, een rekenmachine, passer en geodriehoek) neem je elke les je schrift mee. Je schrift is heel belangrijk. In je schrift geef je antwoord op de leervragen. Maak van je schrift iets moois, het is jouw aardrijkskundig visitekaartje.

​

Opdracht B

Schrijf in je eigen woorden in je schrift hoe we bij aardrijkskunde werken.

​​

Wat gaan we dit jaar doen?

Het jaar bestaat uit vier perioden:

• Wereld

  • Wereld gaat over mensen, we onderzoeken welke landen rijk zijn of arm, we kijken naar de bevolking en de cultuur van landen. Maar ook hoe de wereld steeds meer verbonden wordt: globalisering.

• Aarde

  • Aarde gaat over natuur. Weer en klimaat, vulkanisme en aardbevingen, maar ook gebergtevorming en de geologische geschiedenis.

• Leefomgeving (Stedelijke gebieden en wateroverlast)

  • Tijdens deze periode blijven we in Nederland en onderzoeken we twee onderwerpen die vaak in het nieuws zijn steden en wateroverlast.

• Gebied

  • De laatste periode gaan we op reis, je kiest zelf je bestemming en bewijst dat je stiekem een geograaf bent geworden!

​

Elke periode sluiten we af met een eindopdracht. Zo maken we tijdens het thema Wereld een tijdschrift, tijdens het thema Aarde een tentoonstelling, tijdens het thema leefomgeving een maquette en Gebied met een reis die je op je eigen manier gaat presenteren (film, website, reisgids, etc.)

​

Opdracht C

Schrijf in je schrift in het kort welke onderwerpen je dit jaar bij aardrijkskunde krijgt.