Introductie Wereld

 

Leervragen:

• Wat gaan we deze periode doen?

• Wat is het verschil tussen wereld en aarde?

• Hoe kijk je door een geografische bril?

​

Wat gaan we deze periode doen?

We gaan het deze periode hebben over Wereld. In het weekschema zie je precies wat we elke week gaan doen, net als in de studiewijzer van Magister.

 

Beoordeling

Je krijgt deze periode twee beoordelingen:

​​​​

• Eindtoets WERELD

  • Aan het eind van de periode maak je in je LWT een toets waarin je de verschillende landen van jouw LWT met elkaar vergelijkt. Je mag tijdens de toets gebruik maken van een factsheet: een overzicht van gegevens die je tijdens de toets kan gebruiken. Tijdens de toets mag je wel afkijken bij de leerlingen uit je LWT, maar niet overleggen!

​

• Beoordeling schrift

  • Om het factsheet goed te kunnen vullen, heb je alle informatie over jouw land nodig. Tijdens de 'toets' beoordeling schrift kan je controleren of je alle opdrachten hebt gemaakt. Je mag de 'toets' herkansen tot een voldoende (5,5)

​

Wat is het verschil tussen Wereld en Aarde?

Voordat we gaan beginnen met het thema Wereld is het goed om te weten wat precies het verschil is tussen wereld en aarde. Je kunt Aardrijkskunde verdelen

in twee vakgebieden die erg van elkaar verschillen:

fysische geografie en sociale geografie

​

• Fysische geografie bestudeert alle ruimtelijke verschijnselen die te maken hebben met natuurlijke verschijnselen (aarde).

• Sociale geografie bestudeert alle ruimtelijke verschijnselen die voortvloeien uit menselijke activiteit (wereld)

​

Hoe kijk je door een geografische bril?

Als geograaf kun je op verschillende manieren naar de wereld kijken. Als je kijkt naar de geschiedenis ben je een historisch geograaf, kijk je naar de politiek dan ben je een politiek geograaf,

​

Tijdens het thema Wereld gaan we op drie manieren naar landen kijken:

​

Economische geografie:

Je kijkt dan naar hoe mensen in een land hun geld verdienen, of hoeveel het gemiddelde inkomen is.

Demografie:

Je kijkt dan naar waar mensen in een land wonen, hoeveel mensen er wonen en hoeveel mensen het land inkomen of juist vertrekken. Ook kijk je hoe de bevolking is samengesteld: zijn er veel ouderen of juist veel jongeren?

Culturele geografie:

Je kijkt dan naar de taal en godsdienst (religie) van mensen. Wat zijn hun gewoontes en tradities?

 

Opdracht A

20 minuten

We gaan leren door verschillende aardrijkskundige ‘brillen’ te kijken. Deze opdracht doe je in jouw LWT. Je krijgt van je docent vier A4'tjes:

.

• Een knipblad met begrippen

• Een groen A4'tje (voor de economische begrippen)

• Een rood A4'tje (voor de culturele begrippen)

• Een blauw A4'tje (voor de demografische begrippen)

 

Eén leerling knipt een begrip uit. Overleg in je LWT op welke gekleurd A4'tje het begrip thuis hoort. De leerling met het groene blad plakt het economisch begrip, de leerling met het rode blad het culturele begrip, etc. Twijfel je of weet je niet wat het begrip betekent? Vraag het de docent!

 

Opdracht B

Geef nu in je eigen woorden antwoord op de drie leervragen boven aan deze pagina!