Wereld
Begrippenlijst WERELD
Fysische geografie
Aardrijkskunde die de natuur bestudeert (hoe de natuur het landschap heeft gemaakt)
Sociale geografie
Aardrijkskunde die mens bestudeert (hoe die het landschap heeft gemaakt)
Ontwikkelingskenmerken
Kenmerken waar aan je kunt zien of een land rijk of arm is, zoals het BNP per inwoner.
BNP (Bruto Nationaal Product)
De totale productie van goederen en diensten in een land per jaar.
BNP per inwoner (per hoofd)
De waarde van alle goederen en diensten die in een land in een jaar worden geproduceerd plus de inkomsten uit het buitenland, gedeeld door het aantal inwoners.
Basisbehoeften
Voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg
Koopkracht
Geeft aan hoeveel goederen een huishouden kan kopen van hun besteedbaar inkomen (het inkomen van een huishouden na het aftrekken van de vaste lasten).
HDI (Human Development Index)
Indexcijfer van 0 tot 1 die de mate van welzijn in een land aangeeft.
Analfabetisme
Het percentage mensen ouder dan 15 dat niet kan lezen en schrijven
Levensverwachting
De gemiddelde verwachte leeftijd die een man of vrouw zal bereiken. Wordt ook wel omschreven als: de gemiddelde ouderdom in een land.
Ontwikkelingspeil
Hoe rijk of hoe arm een land is. Het ontwikkelingspeil kun je meten door naar de ontwikkelingskenmerken te kijken.
Ontwikkelde landen (koplopers)
Rijke landen. Landen waar de basisbehoeften goed zijn.
Ontwikkelingslanden (achterblijvers)
Arme landen. Landen waar de basisbehoeften niet aanwezig of slecht zijn.
Derde wereld
Een ander woord voor ontwikkelingslanden
Opkomende landen (volgers)
Landen waar de economie groeit, maar waar er nog grote verschillen tussen arm en rijk binnen het land zijn.
HAVO:
Centrumlanden
Zie koplopers.
Periferie
Zie achterblijvers.
Semiperiferie
Zie volgers.
BRIC-landen
Brazilië, Rusland, India en China. Landen met opkomende economieën. Bevinden zich in de semi-periferie.
Bevolkingsdichtheid
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer.
Natuurlijke bevolkingsgroei
Verandering van de bevolking die wordt veroorzaakt door geboorte en sterfte.
Geboortecijfer
Het aantal geboortes per jaar per 1000 inwoners in een land
Geboorteoverschot
Wanneer het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer. Dit resulteert in groei van de bevolking
Leeftijdsopbouw
De verdeling van de bevolking in leeftijdsgroepen.
Bevolkingsdiagram
Een staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de bevolking
Sterftecijfer
Het aantal sterfgevallen per jaar per 1000 inwoners in een land
Sterfteoverschot
Wanneer het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer. Dit resulteert in krimp van de bevolking
HAVO:
Bevolkingsspreiding
De manier waarop een bevolking over een gebied verspreid is.
Vruchtbaarheidscijfer
Het aantal kinderen dat een vrouw gemiddeld krijgt
Demografisch transitiemodel
Model die de overgang van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer weergeeft.
Sociale bevolkingsgroei
Verandering van de bevolking doordat er mensen uit een gebied vertrekken of zich er vestigen.
Migratie
Verplaatsing van een groep mensen (migranten) van de ene plaats naar de andere.
Migratiesaldo
Het aantal mensen per jaar per 1000 inwoners wat in een land komt wonen min het aantal mensen per jaar per 1000 inwoners dat vertrekt.
Vertrekoverschot
Een negatief migratiesaldo. Er vertrekken meer mensen dan zich in een land vestigen.
Vestigingsoverschot
Een positief migratiesaldo. Er vestigen zich meer mensen dan er in een land vertrekken.
Pullfactoren (aantrekkingsfactoren)
Redenen om naar een ander gebied of land te verhuizen
Pushfactoren (afstotingsfactoren)
Redenen om uit een gebied of land te vertrekken
Cultuur
Alles wat je hebt aangeleerd
Cultuurkenmerken
Kenmerken waar aan je een cultuur kunt herkennen. De belangrijkste zijn: taal, godsdienst en gewoonten.
Cultuurgebieden
Gebieden met overeenkomsten in de cultuur. Bijvoorbeeld dezelfde taal of godsdienst.
Diffusie
Het verspreiden van cultuurelementen van het ene cultuurgebied naar het andere.
Kolonie
Overzees gebied in het bezit van (meestal) Europese landen
Dekolonisatie
Het zelfstandig of onafhankelijk worden van het (Europese) moederland.
Exploitatiekolonie
Een kolonie gebruiken voor grondstoffen, een kolonie uitbuiten. Alleen voor je eigen voordeel gebruiken.
Vestigingskolonie
Een kolonie waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen (om te gaan wonen).
Sociale structuur
Opbouw van een samenleving in groepen.
Economisch machtsblok
Gebieden die economisch sterk zijn en bestaan uit landen die economisch met elkaar samenwerken
Politiek machtsblok
Gebieden die politiek sterk zijn en bestaan uit landen die politiek met elkaar samenwerken
HAVO:
Globalisering
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis en cultuur). Ook wel mondialisering.
Multinationale onderneming (MNO)
Bedrijven met vestigingen in verschillende landen.
Absolute afstand
Afstand in kilometers
Relatieve afstand
Afstand in tijd
Productieketen
Een economisch proces van grondstof tot consument. Het beschrijft alle organisaties en activiteiten die er nodig zijn om van een grondstof een product te maken.
Grondstoffen
Stoffen die in een fabriek worden verwerkt tot een halffabricaat of eindproduct. Bijvoorbeeld hout, melk of ijzererts.
Halffabricaat
Tussenvorm van een product. Het moet nog verder verwerkt worden tot eindproduct.
Eindproduct
Het einde van een productieketen. Het product kan nu verkocht worden via de tertiaire sector
Afzetmarkt
Markt waarop goederen of diensten van een bedrijf worden verkocht
Vestigingsplaatsfactoren
De reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats wil vestigen.
Inhoud
Inleiding
Introductie vak aardrijkskunde?
Economie
Demografie
Cultuur
Globalisering
Beoordeling