Een sterke of een zwakke staat?

Leervragen:

• Wat is de betekenis van de begrippen?

• Kun je uitleggen wanneer een land een sterke of juist een zwakke staat is?

• Je kunt aangeven welke samenwerkingsverbanden landen hebben en wat de gevolgen zijn voor de achterblijvers.

Naast de cultuur van een land kun je ook kijken naar hoe een land is georganiseerd. Je kijkt dan naar de sociale structuur. In zwakke staten is er vaak een tweedeling in de samenleving: een grote groep arme mensen met weinig invloed en een kleine groep rijke mensen (elite) die ook de economische en politieke macht heeft. Vaak hebben de mensen in een zwakke staat geen stemrecht of kunnen ze maar op één partij stemmen.

​​

Opdracht D

10 minuten

Lees B249 en gebruik de kaarten op GB266.

Dat de meeste landen zijn gedekoloniseerd wil nog niet zeggen dat de handel nu eerlijk verloopt. Landen werken samen en vormen economische en politieke machtsblokken om hun markt en land te beschermen.

a. Bij welke economisch blok (of blokken) is jouw land aangesloten?

b. Bij welk politiek blok (of blokken) is jouw land aangesloten?

Opdracht E (verdieping)

20 minuten

​Lees B248

Op bladzijde 266 en 267 van de Grote Bosatlas staan 14 kaartjes die gaan over politiek. Kies zelf vier kaartjes uit en haal daar de informatie uit die gaat over jouw land.

Bijvoorbeeld kaart 267G Beheersing van corruptie:

In Suriname is de beheersing van corruptie laag. Dat betekent dat je als je in Suriname iets voor elkaar wilt krijgen (je wilt bijvoorbeeld een eigen bedrijfje beginnen) dat je daar iemand van de overheid (een ambtenaar) voor moet betalen of omkopen.

Maak van de gegevens een kort verhaaltje (zoals in het voorbeeld). Doe dat voor alle vier de kaartjes.

​

Eindopdracht

30 minuten

Het LWT waarin je werkt heeft verschillende landen onderzocht: daar zit in ieder geval een ontwikkeld land (centrum), een ontwikkelingsland (periferie) en een land dat daartussen in zit (semi-periferie) tussen.

​

Als eindopdracht maken we een tijdschrift. In dat tijdschrift presenteer je jouw land. In je tijdschrift zijn in ieder geval de volgende culturele en politieke (verdieping) gegevens te vinden:

• Godsdienst, taal en gewoonten

• Het cultuurgebied

• De koloniale geschiedenis

• Samenwerking met andere landen

• De politieke situatie (verdieping)

​​​

Je maakt je tijdschrift voor groep 7/8, zorg ervoor dat je de gegevens op een leuke manier presenteert. Gebruik foto's en leg in het kort in groep 7/8 taal uit wat er precies met jouw gegevens wordt bedoeld.