Steden in ontwikkelingslanden

Leerdoelen:

VMBO-T/HAVO/VWO

• Je kunt uitleggen waarom steden in ontwikkelingslanden zo aantrekkelijk zijn voor migranten.

• Je kunt uileggen hoe 'krotten-' of zelfbouwwijken ontstaan

• Je kunt het verschil uitleggen tussen verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo.

​

Het ontstaan van krottenwijken

De belangrijkste reden voor mensen in ontwikkelingslanden om massaal naar de stad te trekken is een economische: soms tegen beter weten in, hopen mensen een beter bestaan op te bouwen in de grote stad. In de praktijk blijkt dit alleen niet zo eenvoudig. Vrijwel geen enkele migrant kan een baan vinden. Om toch nog te kunnen eten, zijn de mensen in krottenwijken vaak creatief en proberen ze toch nog zo veel mogelijk geld te kunnen verdienen.  

Opdracht A

We bekijken gezamenlijk de video: Leven in de stad. Gezamenlijk beantwoorden we de volgende vragen:
 

1. In welk land woont Carmen?

2. Hoeveel broertjes en zusjes heeft Carmen?

3. Hoeveel inwoners heeft Lima?

4. Waarom komen er steeds meer mensen bij in Lima?

5. Waarom bouwen nieuwkomers in Lima hun eigen huis in een sloppenwijk? Geef twee redenen.

6. Wat vind je van het huis van Carmen?

7. Hoe komen de mensen in de sloppenwijk aan water?

8. Waarom is het aanleggen van elektriciteit makkelijker dan het aanleggen van waterleidingen?

9. Hoe merk je in Lima dat Peru vroeger een kolonie van Spanje is geweest?

10. Waar woonden vroeger de rijke mensen in Lima en waren wonen ze nu?

11. Wat doet Carmen nog meer naast haar opleiding als secretaresse?

12. Waarom is een lening zo belangrijk voor de moeder van Carmen?

13. Is Carmen tevreden in Lima?

14. Hoe ziet Carmen haar toekomst?​

Opdracht B

Gebruik GB 191F en G

1. Over welke stad gaan deze kaarten?

2. Hoe worden krottenwijken in deze stad genoemd?

3. Van welk land was Marokko vroeger een kolonie?

4. De stad op het kaartje bestaat eigenlijk uit twee 'steden'. Hoe noemen we zo'n stad? (gebruik de begrippenlijst).

5. Hoe noem je de oude binnenstad van Marrakech?

6. Hoe heet de moderne binnenstad?

7. Wat is het verschil in stratenpatroon?

8. Hoe werd de oude binnenstad beschermd tegen indringers?

9. Welke figuur, 1 of 2 hoort bij welk onderdeel van de stad?

​

Opdracht C

Gebruik GB 257D

1. Wat is de titel van de kaart?

2. Wat betekent dat (gebruik de legenda)?

3. In welk werelddeel is de verstedelijking het grootst?

4. Waar neemt de stedelijke bevolking juist af?

Bekijk de figuur: verstedelijkingsgraad.

1. Welk werelddeel is het minst verstedelijkt?

2. Leg uit dat in de landen waar de verstedelijkingsgraad groot is, juist het verstedelijkingstempo laag is.

Opdracht D

Neem de begrippen over in je schrift en schrijf de betekenis erachter. Geef antwoord op de leervragen. 

​