Steden in Nederland

​

Leervragen

​

VMBO-T/HAVO/VWO

1. Waar liggen de belangrijkste steden en stedelijke gebieden van Nederland?

2. Hoe bepaal je de reikwijdte, drempelwaarde en verzorgingsgebied van een voorziening?

 

Opdracht A

We bekijken gezamenlijk de video: 'Verstedelijking in Nederland'. We beantwoorden de volgende vragen:

1. Hoe ontstaan agglomeraties?

2. ​Wat is de Randstad?

3. Welke steden liggen er in de Randstad?

4. Hoeveel mensen wonen er in de Randstad?

5. Hoeveel mensen wonen er in 1900 in Nederland?

6. Hoeveel mensen wonen er in 1950 in Nederland?

7. In welk gebied mag er niet gebouwd worden?

 

Opdracht B

Je krijgt van je expert een kaartje van Nederland.

1. Zoek de volgende steden op in de atlas en geef deze aan op de kaart (maak je eigen topografie-kaart).

​

Amsterdam                  Haarlem

Arnhem                         Almelo

Amersfoort                   Venlo

Assen                            Wageningen

Rotterdam                    Maastricht

Den Haag                      Enschede

Utrecht                          Hilversum

Eindhoven                     Dordrecht

Tilburg                          Hengelo

Almere                          Leiden

Groningen                     Heerlen

Breda                            Alkmaar

Nijmegen                      Leeuwarden

​

Bekijk GB58

Je hebt geleerd dat steden vaak zijn ontstaan in de Middeleeuwen. Deze steden hebben een historische stadskern.

2. Noem drie steden uit de topografie die een historische stadskern hebben.

3. Sommige steden zijn ontstaan tijdens de industriële revolutie. Voor die tijd waren het nog dorpen. Noem drie steden die ontstaan zijn uit een dorpskern.

4. Welke stad uit de topografie is nieuw ontworpen? Wanneer is deze stad ontstaan?

Bekijk GB60A. In Nederland zijn zes Stedelijke netwerken.

5. Welke zijn dat? Geef de stedelijke netwerken met een rode stippellijn aan op je topografische kaart.

6. In welk stedelijk netwerk wonen de meeste mensen?

​

VWO

Bekijk GB59A. Om er voor te zorgen dat het westen van Nederland niet wordt volgebouwd ligt er midden in de Randstad een groot landelijk gebied.

7. Hoe heet dit gebied?

8. Hoe heten de grote nieuwbouwwijken die aan de rand van de stad worden gebouwd (tip: bekijk de legenda)?

9. Toch wordt er wel in het Groene Hart gebouwd. Noem twee steden binnen het Groene Hart waar nieuwbouwwijken worden gebouwd.

​

Opdracht C

Gebruik de figuur 'Grootste steden van Nederland'.

1. Wat zijn de vier grootste steden van Nederland?

2. Welke stad is het grootst?

3. Van de vier grootste steden heeft elke stad zijn eigen functie. Zet de vier grootste steden onder elkaar in je schrift en maak de juiste combinatie:

       A Nationaal bestuurscentrum

       B Internationale haven- en industriestad

       C Nationaal distributie- en vergadercentrum

       D Diensten en toeristencentrum

​

Opdracht D

Zoek op Youtube een video over drempelwaarde, reikwijdte en verzorgingsgebied (kopieer deze zoektermen in de zoekmachine van youtube). Probeer met behulp van de video de juiste antwoorden te kiezen:

1. De drempelwaarde van de Deen is groter/kleiner dan Walibi.

2. Het verzorgingsgebied van de IKEA is groter/kleiner dan die van de Deen.

3. De reikwijdte van de IKEA is groter/kleiner dan die van Walibi.

​

Opdracht E (VWO)

Gebruik GB 59 en de website: Rotterdaminkaart.nl

1. Vlaardingen, Schiedam en Feyenoord zijn alle drie voorbeelden van vooroorlogse stadsbebouwing binnen de agglomeratie Rotterdam. Wat is het verschil tussen deze woongebieden? Tip: bekijk de historische kaart 1850-1900 op de website Rotterdaminkaart

2. Noem drie dorpen binnen de agglomeratie Rotterdam die door de naoorlogse woonwijken zijn opgeslokt.

3. Om er voor te zorgen dat niet heel Rotterdam wordt volgebouwd zijn 'groenvoorzieningen' voor sport en recreatie aangelegd. Welk gebied scheidt Rotterdam nog van Capelle aan de IJssel? 

4. Bekijk GB60G. Noem drie plaatsen in het stadsgewest van Rotterdam. 

5. In welk stedelijk gebied ligt Amsterdam?

​