top of page

Ontwikkeling

Begrippen:

 

VMBO-T:/HAVO/VWO:

Welvaart

BNP per hoofd

Beroepsbevolking

Landbouw (primaire sector)

Industrie (secundaire sector)

Diensten (tertiaire sector)

Formele sector

Informele sector

 

HAVO/VWO:

Primaire sector

Secundaire sector

Tertiaire sector

Koopkracht

 

 

 

 

 

 

 

B228.png
B229.png

Video: Werken in sectoren

GB 58A/53A

GB 154D

Video: Informele sector

Wat is arm en rijk (hoe meet je welvaart)?

 

Leervragen:

 

VMBO-T/HAVO/VWO

  • Hoe kun je de welvaart van een land meten?

  • Hoe kun je gegevens van een thematische kaart aflezen?

  • Hoe bereken je het BNP per hoofd?

  • Wat zijn de verschillen tussen werk in de formele en werk in de informele sector?

  • In welke drie groepen kun je de formele sector indelen?

  • Wat heeft de indeling van de beroepsbevolking met welvaart te maken?

HAVO/VWO:

  • Hoe verschuift de verdeling van de beroepsbevolking wanneer de welvaart van een land toeneemt?

Leertekst

Wanneer je wilt weten of een land arm of rijk is kun je kijken naar het inkomen. Je kijkt dan naar de welvaart. Het inkomen van een land noem je het Bruto Nationaal Product (BNP). Een land met heel veel inwoners heeft natuurlijk een groter inkomen dan een land met heel weinig inwoners. Om landen met elkaar te kunnen vergelijken kijk je daarom ook niet naar het inkomen van het hele land, maar het gemiddelde inkomen per inwoner (BNP per hoofd).

 

HAVO/VWO

Koopkracht is wat je voor een bepaald bedrag kan kopen. Dat verschilt per land. In Nederland kan je in de supermarkt voor 20 euro veel minder boodschappen kopen dan bijvoorbeeld in Ethiopië. Daar zijn veel producten veel goedkoper. De koopkracht bij een gelijk inkomen in Ethiopië is in verhouding groter dan in Nederland. Wil je landen echt goed vergelijken, dan moet je het BNP per hoofd uitdrukken in koopkracht.

 

Opdracht A

15 minuten

1. In welk werelddeel ligt Singapore?

Ga naar wikipedia 'de lijst van landen naar BNP'

2. Wat is het BNP van Singapore?

Ga naar: GB234-GB235 / GB258-GB259.

3. Hoeveel inwoners heeft Singapore?

4. Bereken nu het BNP per hoofd van Singapore.

5. In welk werelddeel ligt Honduras?

6. Bereken het BNP per hoofd van Honduras?

7. Wat is het BNP per hoofd van Nederland?

Leertekst

Of een land arm of rijk is valt ook af te lezen aan de verdeling van de beroepsbevolking. Daarmee bedoelen we welk percentage van de bevolking werkzaam is in een bepaalde sector. We onderscheiden drie sectoren:

  • Landbouw (primaire sector)

  • Industrie (secundaire sector)

  • Diensten (tertiaire sector)

In arme landen werkt het grootste gedeelte van de beroepsbevolking in de landbouw, in rijke landen is dat de dienstensector.

Opdracht B

10 minuten

 

Vraag 1

Zet het juiste werk in de juiste economische sector. Kies uit: primaire sector,      secundaire sector en tertiaire sector

 

- Fabrieken maken de pizza’s

- De caissière verkoopt de pizza aan de klant

- Boeren oogsten de groente voor op de pizza

 

Vraag 2

In welke sector deel je de volgende bedrijven in?

a. Albert Heijn

Primaire sector/secundaire sector/tertiaire sector

b. Een kledingfabriek

Primaire sector/secundaire sector/tertiaire sector

c. IJburg College

Primaire sector/secundaire sector/tertiaire sector

d. Een kolenmijn

Primaire sector/secundaire sector/tertiaire sector

e. Aardappelboer

Primaire sector/secundaire sector/tertiaire sector

 

Vraag 3

a. Ga naar GB58A / GB53A.

In welke economische sector werken de meeste mensen in Nederland?

En in welke economische sector de minste?

b. Bekijk GB 154D

In welke economische sector werken de meeste mensen in Vietnam?

En in welke economische sector de minste?

c. Vergelijk de twee landen nu met elkaar. Welke van de twee

landen is denk je welvarender? Leg je antwoord uit.
 

Opdracht C

10 minuten

Kijk naar de video over de informele sector in Mexico-Stad:

a. In het filmpje zie je mensen werken in de informele sector. Wat is de informele sector?

b, Noem twee voorbeelden van de informele sector die je ziet in het filmpje.

c. De man in het filmpje zegt dat mensen van het platteland naar

de stad verhuizen. Waarom zouden mensen dit doen?

d. Wat is het gevolg van deze trek naar de stad?

e. Leg uit waarom jij het goed/slecht vindt dat mensen in de informele

sector werken.

 

Opdracht D

10 minuten

Neem de leervragen en begrippen over in je schrift. Zet de betekenis van het begrip erachter en geef antwoord op de leervragen.

 

bottom of page