Vulkanisme
Schildvulkaan, Stratovulkaan/kegelvulkaan
Caldera
Effusieve eruptie
Explosieve eruptie
Hotspot.

Subductie

Hotspot

Caldera Yellowstone

Beweging Yellowstone hotspot

Tabel Opdracht D
Aarde
Vulkanisme
Leerdoelen:
-
Je kunt uitleggen dat het ontstaan van een trog in zee en vulkanische activiteit op het continent, gevolgen zijn van een subducerende plaat.
-
Je kunt het verschil tussen een strato-, schild-, caldera- en hotspotvulkaan benoemen.
-
Je kunt het verband uitleggen tussen verschillende type vulkanen en het eruptietype (effusief of explosief).
Opdracht A
De aardplaten zijn continu in beweging. Er ontstaat nieuwe aardkorst en aan de andere kant verdwijnt er ook aardkorst.
Zodra een continentale plaat botst op een oceanische plaat, duikt de oceanische plaat onder de continentale plaat, dat noem je subduceren. Hiernaast zie je een schematisch voorbeeld. De oceanische plaat neemt water en andere stoffen mee de gesmolten mantel in. Dit gesteente vermengt zich met water en de andere stoffen en gaat onder de hoge druk en temperatuur smelten. Hierbij komen veel gassen vrij en er ontstaat een stroperige massa. Deze stroperige magma vindt een weg naar het aardoppervlak waar zich een vulkaan vormt. In de vulkaan vormt de stroperige magma en de gassen een explosief mengsel waardoor deze vulkaan ook explosieve uitbarstingen/erupties kan hebben. Deze vulkaan heet een stratovulkaan, deze vulkaan heeft een hoge kegelvorm. Een voorbeeld hiervan is de Popocatepetl in Mexico
-
Leg uit hoe deze stratovulkaan tot stand komt aan de hand van de bovenstaande tekst.
-
Waarom heeft deze vulkaan explosieve erupties?
-
Zoek in de Bosatlas (54e editie) kaart 216B op. Hier zie je de aardplaten staan en hoe ze bewegen. Op kaart 216D zie je vulkanen afgebeeld over de wereld. Waar op aarde zou deze soort vulkaan kunnen staan? Schrijf drie plekken op.
-
Zoek op internet een voorbeeld van een stratovulkaan en schrijf de naam en plaats van deze vulkaan op.
Opdracht B
Midden op aardplaten kunnen ook vulkanen ontstaan. Deze vulkanen hebben grote magmapluimen die ook wel hotspots worden genoemd. Het magma drukt tegen de aardplaat aan waardoor een heuvelachtige berg ontstaat die op een schild lijkt. Daarom heet deze vulkaan ook een schildvulkaan. Het magma uit de hotspot heeft een effusief karakter, wat betekent dat deze vulkanen rustige erupties hebben. Hier ontstaat geen explosieve eruptie omdat er geen grote druk van gassen en water is.
Er zijn kleine en grote hotspots, bij grote hotspots kunnen toch explosieve erupties plaatsvinden doordat de druk zich heel langzaam opbouwt onder een diepe laag aardkorst.
-
Leg uit hoe deze vulkaan tot stand komt aan de hand van de bovenstaande tekst.
-
Waarom heeft deze vulkaan vaak effusieve erupties?
-
Bekijk het volgende nieuwsitem van de NOS. Welke vulkaan brengt de NOS hier in beeld?
-
Heeft deze vulkaan een effusief of explosief karakter? Leg je antwoord uit.
Opdracht C
Yellowstone park is net zoals de bij de eilanden van Hawaii een hotspot. Alleen vormt bij Yellowstone geen schildvulkaan maar een caldera.
Bij deze hotspot kunnen wel explosieve vulkaanerupties plaatsvinden. Dat komt omdat bij deze hotspot wel water en gesteente van het aardoppervlak wordt gemengd met magma uit de aardkorst. De Yellowstone hotspot is een ingestorte vulkaan, met een krater. Deze kratervulkanen worden caldera’s genoemd. Doordat bij een vorige uitbarsting al het magma uit de vulkaan verdween stortte de vulkaan op zichzelf in en liet een krater achter.
-
Leg uit hoe deze caldera vulkaan tot stand komt aan de hand van de bovenstaande tekst.
-
Zoek op internet een voorbeeld van een caldera, schrijf op waar deze vulkaan ligt en beschrijf de vorm van de vulkaan
-
Bekijk de afbeelding hiernaast. Hier is de locatie van de Yellowstone hotspot terug te volgen naar 16.1 miljoen jaar geleden. Yellowstone heeft namelijk ondiepe kraters achter gelaten waardoor de locatie kan worden achterhaald. Beweegt hier de hotspot, of beweegt de aardplaat over de hotspot?
Opdracht D
Vul de tabel in, teken de vorm van de vulkaan in je schrift of plaats een afbeelding van het type vulkaan op je ipad.
Planning
WEEK 1
Introductie thema
WEEK 2
Endogene processen
WEEK 3
Toets endogene processen
Bespreken toets
Exogene processen
Klimaat
WEEK 4
Verwering/erosie/sedimentatie
WEEK 5
Herhaling/verdieping
17 t/m 21 april
Excursie
24 april t/m 7 mei
Meivakantie
WEEK 6
FINALEWEEK
Eindtoets