Aarde
Begrippen
Aardkorst
Dunne buitenste schil van de aarde, die bestaat uit continentale en oceanische korst.
Aardmantel
het deel van de aarde waar de aardkorst op drijft
Aardkern
Het binnenste deel van de aarde, waar warmte ontstaat
Platenktoniek
Het bewegen van de aardkorstplaten
Convectiestromen
Het systeem van stromingen van gesteente in de mantel
Divergente plaatbeweging
De beweging waarbij aardkorstplaten uit elkaar bewegen
Convergente plaatbeweging
De beweging waarbij aardkorstplaten naar elkaar toe bewegen
Transforme plaatbeweging
De beweging waarbij aardkorstplaten langs elkaar bewegen
Mid Oceanische rug
Het 'onderwatergebergte' op de oceaanbodem waar nieuwe oceanische korst wordt gevormd.
Diepzee trog
Zeer diepe delen in de oceaan, die ontstaan als de oceaanbodem wegduikt.
Aardbeving
De kortdurende trillingen in de aardkorst die ontstaan als het gevolg van de ontlading van de in de aardkorst opgebouwde spanningen
Epicentrum
Plaats aan het aardoppervlak die direct boven de haard van de aardbeving ligt.
Hypocentrum
Haard van de aardbeving in de aardkorst
Schaal van Richter
Schaal waarbij de intensiteit van de aardbeving wordt gemeten aan de hand van de hoeveelheid energie die vrijkomt
Tsunami
Golven die ontstaan door aardbevingen op de bodem van de oceaan
Vulkanisme
Het proces waarbij vloeibaar gesteente uit de aardmantel aan het aardoppervlak naar buiten komt
Schildvulkaan
Een vulkaan die ontstaat doordat lava 'rustig' vanuit de krater uitstroomt en een uitgestrekt gebied kan bedekken
Stratovulkaan/kegelvulkaan
Kegelvormige vulkaan die bestaat uit een gelaagde opbouw van afwisselende as- en lavalagen
Caldera
Stratovulkaan waarbij door een explosieve eruptie de bovenkant is weggeschoten of is ingestort in de magmakamer
Effusieve eruptie
Een eruptie die rustig verloopt
Explosieve eruptie
Een eruptie die met veel geweld plaats vindt (explosief)
Hotspot
Vulkanen die niet aan de rand van platen liggen, maar worden veroorzaakt door een zwakke plek in de mantel
Gebergtevorming
De vorming van gebergte
Plooiingsgebergte
Gebergte dat ontstaat door druk in de aardkorst, waarbij gesteente geplooid en opgeheven worden
Breukgebergte
gebergte dat ontstaat wanneer langs een breuk een deel van de aardkorst wegzakt of een ander deel omhoog komt
Hercynische plooiing
Plooiing die zo'n 300 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden. Hercynische gebergten (Ardennen) zijn oud en afgesleten.
Caledonische plooiing
Plooiing die zo'n 450 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden (Scandinavisch Hoogland)
Alpiene plooiing
Relatief jonge plooiing die zo'n 80 miljoen jaar heeft plaatsgevonden. Gebergte (Alpen, Himalaya) zijn jong en puntig.
Horst
De zijde van een breuk die omhoog gekomen is
Slenk
De zijde van een breuk die omlaag gekomen is
Erosie
Het slijten of verbrokkelen van gesteente onder invloed van beweging als de zwaartekracht, rivieren, gletsjers, wind en zeestromen.
Verwering
Het uiteenvallen van gesteente door inwerking van water, temperatuur, wortels en zuren
Planning
WEEK 1
Introductie thema
WEEK 2
Endogene processen
WEEK 3
Toets endogene processen
Bespreken toets
Exogene processen
Klimaat
WEEK 4
Verwering/erosie/sedimentatie
WEEK 5
Herhaling/verdieping
17 t/m 21 april
Excursie
24 april t/m 7 mei
Meivakantie
WEEK 6
FINALEWEEK
Eindtoets