Verwering, erosie en sedimentatie

Leerdoelen:​

• Je kent het verschil tussen verwering, sedimentatie en erosie

• Je kunt met behulp van een stripje met uitleg tenminste twee voorbeelden geven van verwering, erosie en sedimentatie..

VWO

• Je kunt verwering, erosie en sedimentatie een plaats geven in de gesteentekringloop.

Tijdens de lessen over endogene processen heb je geleerd dat de platentektoniek verantwoordelijk is voor het ontstaat van gebergte. Oude gebergtes zijn onder invloed van verwering en erosie afgesleten. Al het materiaal dat door verwering en erosie is verbrokkeld wordt door rivieren afgezet in het laagland. Zo wordt het reliëf onder invloed van verwering, erosie en sedimentatie verkleind.

Opdracht

Deze week ga je met behulp van een diorama's een proces van deze afbraak en opbouw weergeven. Je werkt samen in groepjes van drie. In het groepje van drie probeer je het proces met behulp van drie momenten te verduidelijken.

Een voorbeeld

Hoefijzermeer

Figuur 1

Een meander is een lus in de loop van een rivier. Een opeenvolging van meanders creëert zo een meanderende rivier. Dergelijke lussen ontstaan bij rivieren of doordat in de buitenbocht, waar het water het snelst stroomt, grond wordt weggespoeld (erosie), terwijl aan de andere zijde grond wordt afgezet (sedimentatie).

Figuur 2

Door dit mechanisme hebben de bochten de natuurlijke neiging steeds wijder te worden, waardoor ook de rivier steeds langer wordt. Dit gaat door totdat twee bochten in elkaar overlopen, de meander gaat dan doorbreken.

Figuur 3

Als dit gebeurt wordt de meander zelf een 'dood' stuk van de rivier en herneemt de rivier zelf nagenoeg zijn oude loop. Het dode stuk heeft vaak de karakteristieke vorm van een hoefijzer en wordt daarom hoefijzermeer genoemd.

Van de drie figuren gaan we vervolgens een diorama maken. Een mooi voorbeeld van een diorama vind je hier

Hoe ga je te werk?

Les 1

Kies uit een van de onderwerpen (begrippen). Let op, elk onderwerp mag maar een maal worden gekozen. Zoek op internet informatie over het proces. Maak zoals in het voorbeeld een korte beschrijving. Probeer aan de hand van die beschrijving een stripje te maken van drie figuren. Plaatje 1 is de situatie voor het proces, plaatje 2 tijdens en plaatje drie er na. Vind je dit moeilijk, vraag het je docent!

Les 2

Van de docent krijg je materialen (verf, lijm, piepschuim en drie plankjes hout) en gereedschap (broodmes, schuurpapier, kwasten) om de diorama’s of maquettes te maken. Natuurlijk mag je zelf meegebrachte elementen (takjes, mos, zand, etc) toevoegen aan je bouwwerk.

Les 3

De laatste les presenteren we de diorama’s aan elkaar. Met behulp van een carrousel gaan we alle begrippen en processen langs.