top of page

Ontwikkeling

Begrippen:

 

VMBO-T:

Welvaart

BNP per hoofd

Koplopers (centrumlanden)

Volgers (semiperiferie)

Achterblijvers (periferie)

Ontwikkelingslanden

BRIC-landen

Welzijn

Armoedegrens

 

HAVO

VN-welzijnsindex (HDI-index)

Levensverwachting

Alfabetiseringsgraad

Beroepsbevolking

Centrumlanden (koplopers)

Semiperiferie (volgers)
Periferie (achterblijvers)

Koopkracht

 

VWO

MOL (Minst Ontwikkelde Landen)

Wereldsysteem

 

 

 

 

 

BB 125C

BB 110

BB 111

Wat is arm en rijk?

 

Leervragen:

VMBO-T

  • Hoe kun je gegevens van een thematische kaart aflezen?

  • Hoe kun je de welvaart van een land meten?

  • Hoe bereken je het BNP per hoofd?

  • Hoe kun je de welzijn van een land meten?

  • Wat is de armoedegrens?

  • Hoe kun je de wereld indelen in koplopers, volgers en achterblijvers?

 

HAVO: (+vmbo-t)

  • Hoe kun je de wereld indelen in centrum, periferie en semiperiferie?

  • Waarom zijn in ontwikkelingslanden vaak meisjes analfabeet?

  • Hoe kun je de indeling centrum - semiperiferie - periferie toepassen op mondiaal, nationaal en lokaal niveau?

  • Wat is het verband tussen koopkracht, levensverwachting en analfabetisme?

 

VWO (+ vmbo-t/havo)

  • Wat is het nadeel van het BNP per hoofd als maatstaf voor ontwikkeling?

 

Opdracht A

Opdracht B (VMBO)

15 minuten

Tijdens het thema 'De Mensch' heb je al geleerd dat er drie verschillende kaarten in de atlas staan: natuurkundige, staatkundige en thematische kaarten. We gaan nu een aantal thematische kaarten bekijken.

Gebruik BB 125C 

1. De titel van de kaart is Kindersterfte. Wat is dat (kijk goed naar de legenda)?

2. In welk werelddeel is de kindersterfte het hoogst?

Op een thematische kaart staan geen topografische namen. Als je wilt weten hoe groot de kindersterfte in, bijvoorbeeld Mali, is, moet je de de thematische kaart vergelijken met een staatkundige kaart. De staatkundige kaart van de wereld vind je op bladzijde 110 en 111.

3. Wanneer je niet weet waar Mali ligt, kijk je eerst in het landenregister (BB153). Op welke kaartblad (bladzijde) kan ik Mali vinden? Hoe heet deze kaart?

4. Vergelijk de kaart van vraag drie met de kaart over analfabetisme. Hoeveel kinderen sterven er in het eerste levensjaar per 1000 in Mali?

5. Hoe hoog is de kindersterfte in Peru (gebruik dezelfde methode als hierboven)?

6. Wat heeft kindersterfte met arm ern rijk te maken?

 

Opdracht B (HAVO/VWO)

15 minuten (geen atlas? maak dan de VMBO versie hierboven).

Tijdens het thema 'De Mensch' heb je al geleerd dat er drie verschillende kaarten in de atlas staan: natuurkundige, staatkundige en thematische kaarten. We gaan nu een aantal thematische kaarten bekijken.

Gebruik GB 242A (54e druk).

1. De titel van de kaart is analfabetisme. Wat is dat (je mag het internet gebruiken)?

2. In welk werelddeel vind je de meeste analfabeten?

Op een thematische kaart staan geen topografische namen. Als je wilt weten hoeveel analfabeten er in, bijvoorbeeld Mali, zijn, moet je de de thematische kaart vergelijken met een staatkundige kaart. De staatkundige kaart van de wereld vind je op bladzijde 214 en 215.

3. Wanneer je niet weet waar Mali ligt, kijk je eerst in het landenregister (GB266). Op welke kaartbladen (bladzijden) kan ik Mali vinden? Hoe heet deze kaart?

4. Vergelijk de kaart van vraag drie met de kaart over analfabetisme. Welk % van de bevolking van Mali is analfabeet?

5. Welk % van de bevolking van Peru is analfabeet?

6. Wat heeft analfabetisme met arm ern rijk te maken?

 

Leertekst

Wanneer je wilt weten of een land arm of rijk is kun je kijken naar het inkomen. Je kijkt dan naar de welvaart. Het inkomen van een land noem je het Bruto Nationaal Product (BNP). Een land met heel veel inwoners heeft natuurlijk een groter inkomen dan een land met heel weinig inwoners. Om landen met elkaar te kunnen vergelijken kijk je daarom ook niet naar het inkomen van het hele land, maar het gemiddelde inkomen per inwoner (BNP per hoofd).

 

HAVO/VWO

Koopkracht is wat je voor een bepaald bedrag kan kopen. Dat verschilt per land. In Nederland kan je in de supermarkt voor 20 euro veel minder boodschappen kopen dan bijvoorbeeld in Ethiopië. Daar zijn veel producten veel goedkoper. De koopkracht bij een gelijk inkomen in Ethiopië is in verhouding groter dan in Nederland. Wil je landen echt goed vergelijken, dan moet je het BNP per hoofd uitdrukken in koopkracht.

 

Opdracht C

15 minuten

1. In welk werelddeel ligt Singapore?

Ga naar wikipedia 'de lijst van landen naar BNP'

2. Wat is het BNP van Singapore?

Ga naar: GB234-GB235 / GB258-GB259.

3. Hoeveel inwoners heeft Singapore?

4. Bereken nu het BNP per hoofd van Singapore.

5. In welk werelddeel ligt Honduras?

6. Bereken het BNP per hoofd van Honduras?

7. Wat is het BNP per hoofd van Nederland?

 

Opdracht D

10 minuten

Neem de leervragen en begrippen over in je schrift. Zet de betekenis van het begrip erachter en geef antwoord op de leervraag.

 

Inhoud

 

Weekschema Ontwikkeling

 

Introductie thema

Wat is arm en rijk?

Informatie

Opdrachten

Ongelijkheid in arme en rijke landen.

Informatie 

Opdrachten

Globalisering verandert de wereld

Informatie

Opdrachten

Nederland is rijk

Informatie

Opdrachten

Nederland: toegangspoort van Europa.

Informatie

Opdrachten

Begrippenlijst

 

Arm en rijk Eindtoets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bottom of page