Begrippen:
Wind
Neerslag
Temperatuur
Luchtdruk
Isobar
Minima en maxima
Front

Weerkaart.

Ontstaan van wind

Minima (lagedrukgebieden) en maxima (hogedrukgebieden).

Aarde
Luchtstromen
Leerdoelen:
-
Je kent het verschil tussen hoge en lage luchtdruk
-
Je kunt de relatie leggen tussen drukgebieden en klimaatzones
VWO
-
Je kunt uitleggen welk effect de draaiing van de aarde heeft op de afwijking van de windrichting
Opdracht A
-
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
-
Uit welke weerselementen bestaat het weer?
-
Welke twee weerselementen bepalen het klimaat?
Opdracht B
Bekijk de weerkaart van Europa.
-
Wat betekenen de getallen op de kaart?
-
Wat zijn de rode en blauwe lijnen op de kaart?
-
Wanneer spreek je van een hoge druk en wanneer van een lage druk?
Bekijk de video op SchoolTV 'Wat is wind'.
-
Leg in je eigen woorden uit hoe wind ontstaat.
Bekijk de video op SchoolTV 'Mondiale luchtstromen'
Bekijk de figuur 'Ontstaan van wind'
-
Welke kleur heeft de pijl van de lage druk?
-
Wat gebeurt er bij de pijl met hoge druk?
-
Welke relatie bestaat er tussen de neerslag en de drukgebieden? Probeer je antwoord te verklaren.
Bekijk de figuur over minima en maxima.
-
Op welke breedtegraad overheersen de volgende hoge (maxima) en lagedrukgebieden (minima).
-
Welke twee soorten winden botsen op 'onze' breedte?
Bekijk nogmaals de weerkaart en figuur Front.
-
Wat gebeurt er als twee soorten winden botsen?
Opdracht C (VWO)
De winden in de figuur Minima en maxima waaien niet direct van het hoge naar het lagedrukgebied.
-
Welke afwijking krijgt de wind op het noordelijk halfrond?
-
Welke afwijking krijgt de wind op het zuidelijk halfrond?
-
Hoe noemen we dit effect?
-
Leg in je eigen woorden uit hoe dit effect ontstaat.
Planning
WEEK 1
Introductie thema
WEEK 2
Endogene processen
WEEK 3
Toets endogene processen
Bespreken toets
Exogene processen
Klimaat
WEEK 4
Verwering/erosie/sedimentatie
WEEK 5
Herhaling/verdieping
17 t/m 21 april
Excursie
24 april t/m 7 mei
Meivakantie
WEEK 6
FINALEWEEK
Eindtoets
Front