Leerdoelen

Voordat je gaat starten met het thema wereldbeeld bekijk je eerst de leerdoelen. In de leerdoelen staat omschreven wat je moet weten of kennen, begrijpen en kunnen.

Opdracht

Schrijf de leerdoelen over in je schrift en houdt tussen de leerdoelen ruimte vrij om later aantekeningen te maken. Bij alle opdrachten die je tijdens dit thema maakt, of dat nu het bekijken van een video of het werken aan je praktische opdracht betreft, koppel je datgene je hebt geleerd aan een van de leerdoelen. 

Voor het maken van het schoolexamen

Stedelijke gebieden in de VS

weet je/ken je:

• de basistopografie van de VS

• de betekenis van de begrippen. De begrippen moet je vooral kunnen gebruiken om een vraagstuk op te lossen;

• de onderscheidende kenmerken tussen een wereldstad en een megastad;

• de processen die belangrijk zijn of zijn geweest voor de ontwikkeling van de Amerikaanse steden;

• de factoren die invloed hebben op de positie van de Amerikaanse steden in het mondiale netwerk van steden;

• welke functies de drie steden New York, Los Angeles en Washington D.C. gemmenschappelijk hebben en welke verschillend zijn;

• de belangrijke vestigingsplaatsfactoren voor bedrijven en instituten van de drie steden.

begrijp je:

• dat vooral Amerikaanse wereldsteden door de opbouw van de Amerikaanse samenleving en de sterke immigratie vaak een sterke ruimtelijke segregatie en sociale polarisatie kennen;

• dat in grote steden zich een schaduweconomie (informele sector) ontwikkelt die migranten aantrekt en tegelijkertijd opvangt;

• dat globalisering in elk van de drie Amerikaanse steden zich op een andere manier manifesteert:

• waarom elk van de drie steden een andere positie inneemt in het mondiale netwerk van steden;

• waarom hoogwaardige diensten vaak geclusterd voorkomen;

• het verband tussen de ontwikkeling van Los Angeles en zijn ligging in de Pacific Rim;

• dat je bij de toepassing van een algemene regel altijd rekening moet houden met de lokale of regionale omstandigheden;

• het verschil in etnische samenstelling tussen New York, Los Angeles en Washington;

• dat veranderingen, innovaties en trends hun oorsprong vrijwel altijd in grote steden vinden.

kun je:

• de juiste geografische werkwijze gebruiken om een aardrijkskundig probleem aan te pakken;

• op een juiste en volledige wijze beschrijvende, verklarende of voorspellende vragen beantwoorden;

• uit aangeboden informatie de algemene regels uit dit hoofdstuk afleiden;

• op een kaart met het mondiale stedelijk netwerk wereldsteden, megasteden en black holes onderscheiden;

• de functie van de drie Amerikaanse wereldsteden onderscheiden en deze aflezen uit hun ruimtelijke geleding;

• relaties leggen tussen de geleding van de drie steden en het ruimtelijk gedrag van de verschillende etnische en sociale (inkomensklassen) groepen;

• op een beeld (kaart, foto, RS-beeld) de elementen waaruit een Amerikaanse stad is opgebouwd - de ruimtelijke geleding - herkennen;

• uit bronnen (grafieken, kaarten, foto's) afleiden welke positie een Amerikaanse stad inneemt in het mondiale netwerk van productie, handel investeringen en migratie.

De Randstad

weet je/ken je:

• De betekenis van de begrippen;

• dat de Randstad een relatief klein deel van Nederland beslaat, maar financieel, economisch, politiek en cultureel erg belangrijk is;

• welke soorten beleid de overheid voert ten aanzien van de ruimtelijke ordening;

• de structuur van de Randstad: Noord- en Zuidvleugel en Groene Hart;

• welke relaties tussen de stad en ommeland bestaan in een urban field.

begrijp je:

• waarom de Randstad een netwerkstad wil zijn, maar het nog niet is;

• waarom er een halfwegzone is ontstaan buiten de Randstad;

• waarom groeisteden, groeikernen en Vinex-wijken zijn ontstaan.

kun je:

• Vraagstukken met betrekking tot de Randstad op verschillende schaalniveaus beschrijven en analyseren;

• beleid van de overheid ten aanzien van ruimtelijke ordening in stedelijke gebieden kritisch beoordelen.