Aarde
Begrippen:
Absolute ligging
Evenaar
Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond
Breedtegraden
Breedtecirkel (parallel)
Breedteligging
Noorderbreedte
Zuiderbreedte
Lage breedte
Hoge breedte
Meridiaan
Nulmeridiaan
Geografische lengte
Oosterlengte
Westerlengte
Tijdzones
Plaatsbepaling op aarde
Leervragen:
-
Wat is geografische breedte?
-
Wat is geografische lengte?
-
Hoe bepaal je de ligging van een plaats op aarde?
-
Welke tijdzones zijn er op aarde?
Om aan te geven waar je precies op aarde is niet zo gemakkelijk, de aarde is immers een bol. Met behulp van denkbeeldige lijnen en coordinaten kun je aangeven waar je op aarde bent. In de Geo Basisboeknummers B19, B20 en B21 wordt uitgelegd hoe je dat doet. Met behulp van de volgende leesstrategie ga je antwoord geven op de leervragen hierboven. Herhaal voor elk basisnummer dezelfde vier vragen.
Opdracht A
Lees de titel van het eerste Geo-Basisboek nummer.
Wat weet je al over dit onderwerp? Schrijf dat in je schrift.
Opdracht B
Lees de tekst goed door en schrijf de woorden op in je schrift die je niet kent. Probeer (met behulp van internet) zelf de betekenis van het woord te vinden en schrijf dat achter het woord. De blauwe begrippen uit de tekst worden vaak in de tekst uitgelegd. De dikgedrukte begrippen zijn al eerder in het boek uitgelegd. Gebruik het register (vanaf bladzijde 156) om de betekenis van dat begrip op te zoeken.
Opdracht C
Lees de tekst, nu je de begrippen kent, nog eens goed door.
Probeer nu antwoord te geven op de eerste leervraag. Schrijf het antwoord in je schrift.
Opdracht D (eventueel huiswerk)
Zoek de volgende bronnen bij je stukje tekst:
-
Een video (schoolTV) over jouw onderwerp. Schrijf de titel in je schrift.
-
Een afbeelding die goed past jouw onderwerp. Sla deze op in een tekstbestand.
-
Een nieuwsbericht over jouw onderwerp. Sla de link op in een tekstbestand.
Aan het einde van de les presenteren we het antwoord op de eerste leervraag aan de rest van de klas