Aarde
Begrippen:
Reliëf
Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland
Vlakte
Laagvlakte
Hoogvlakte (Plateau)
Plooien
Plooiingsgebrgten
Horst
Slenk
Breukgebergten
Jonge gebergten
Oude gebergten
Schild
Gebergtevorming
Leervragen:
-
Welke vier verschillende reliëfvormen zijn er?
-
Hoe ontstaat een plooiingsgebergte?
-
Hoe ontstaat een breukgebergte?
-
Hoe herken je een oud of een jong gebergte?
Opdracht A
Lees de titel van het eerste Geo-Basisboek nummer.
Wat weet je al over dit onderwerp? Schrijf dat in je schrift.
Opdracht B
Lees de tekst goed door en schrijf de woorden op in je schrift die je niet kent. Probeer (met behulp van internet) zelf de betekenis van het woord te vinden en schrijf dat achter het woord. De blauwe begrippen uit de tekst worden vaak in de tekst uitgelegd. De dikgedrukte begrippen zijn al eerder in het boek uitgelegd. Gebruik het register (vanaf bladzijde 156) om de betekenis van dat begrip op te zoeken.
Opdracht C
Lees de tekst, nu je de begrippen kent, nog eens goed door.
Probeer nu antwoord te geven op de eerste leervraag. Schrijf het antwoord in je schrift.
Opdracht D (eventueel huiswerk)
Zoek de volgende bronnen bij je stukje tekst:
-
Een video (schoolTV) over jouw onderwerp. Schrijf de titel in je schrift.
-
Een afbeelding die goed past jouw onderwerp. Sla deze op in een tekstbestand.
-
Een nieuwsbericht over jouw onderwerp. Sla de link op in een tekstbestand.
Aan het einde van de les presenteren we het antwoord op de eerste leervraag aan de rest van de klas